Gebruikersavatar
Easywriter
Maagdelijk Gebruiker
Maagdelijk Gebruiker
Berichten: 2
Lid geworden op: di 14 jan 2014, 12:45

Begaafd?

Was ik nou echt wel zo begaafd? IQ-tests die ik in verschillende fasen van mijn leven moest doen, zeiden van wel, maar zelf heb ik altijd mijn twijfels gehad. Ik groeide op in een gezin met een hoogbegaafde moeder (wat natuurlijk nooit onderkend was) en een hoogbegaafde oudere zus (die zo zwaar onderpresteerde dat haar meester dacht dat ze zwakbegaafd was). Thuis wist iedereen dus alles beter dan ik (ik was ook nog eens de jongste). Op de kleuterschool viel ik nog niet op, mede omdat ik behalve een goed verstand, ook twee rechterhanden had en dus alle knutselwerkjes goed kon uitvoeren en er ook plezier in had. Intussen leerde mijn zus me al schooltjespelend lezen, schrijven en rekenen. Dat kon ik dus al toen ik naar de eerste klas (tegenwoordig groep 3) ging. Toen ik echter mijn klasgenootjes hoorde lezen, dacht ik dat ik het fout deed en leerde me razendsnel diezelfde hakkelende, klank-voor-klank manier van lezen aan. “Waarom lees jij zo raar”, vroeg mijn moeder geschrokken toen ik mijn vaardigheden eens thuis demonstreerde. “Zo moet het”, antwoordde ik.

Door het gemiddelde gedrag goed af te kijken van mijn klasgenoten, viel ik dus zeker in de eerste klassen niet echt op. Ik kan me zelfs niet herinneren, me verveeld te hebben. Ik dacht dat het gewoon bij school hoorde om honderd keer dezelfde oefeningen te doen, ook als je iets na een of twee keer oefenen wel kon. Pas in de derde klas (groep 5) kreeg ik problemen. Daar kreeg ik een leerkracht die in de gaten had dat er meer bij mij zat dan bij mijn klasgenoten, en zo ontdekten mijn klasgenoten het dus ook. Vanaf dat moment probeerden mijn klasgenoten me te pesten. Dat hun dat niet altijd lukte kwam omdat ik ze vaak een slag voor was: door mezelf alvast belachelijk te maken voorkwam ik dat zij het deden. Zodra ze me begonnen te pesten met mijn uitspraak (het ABN was mijn moedertaal) leerde ik razendsnel het stadsplat aan. Ook leerde ik mijn arm niet in de lucht te gooien als ik iets wist voordat ik zag dat iemand anders het ook wist, en in de hoogste klassen ging ik zelfs expres fouten maken.
Als nerd-avant-la-lettre was ik slecht in gymnastiek (op de dagen dat er gym was, probeerde ik zo vaak mogelijk ‘ziek’ te zijn), maar ik werd nog enigszins gered door het feit dat ik wel goed in handwerken, tekenen en knutselen was. Wie zijn handen goed kon gebruiken, leek de opinie onder mijn klasgenoten, kon niet helemaal een foute kapsoneslijer zijn.


Dat ik het slimste kind van de klas was, werd thuis gerelativeerd: daar was geen kunst aan in een klas vol uilskuikens; trouwens thuis was ik ook nog altijd de domste. Ik zou, dachten mijn ouders en mijn juf, wel een toontje lager zingen als ik op de middelbare school helemaal niet zo goed mee zou kunnen komen… Ze hadden in zoverre gelijk dat ik op het gymnasium tussen meer slimme tieners kwam te zitten; het was een geweldige opluchting dat ik daar niet meer de slimste van de klas was en niettemin zonder overmatig hard te leren, toch zonder doubleren die school doorgekomen ben. Omdat ik daar gemiddeld presteerde (alleen in Nederlands en Engels was ik briljant) had ik nog altijd niet het idee dat ik echt begaafd was.
De cijfers zakten omgekeerd evenredig met de puberhormonen. Wat mij op school geleerd werd, interesseerde me nauwelijks; ik was meer geïnteresseerd in kunstzinnige dingen (beeldend, schrijvend, dichtend en dansend) dan in intellectuele. Binnen het gymnasium behoorde ik na de vierde klas tot de domme categorie die alfa ging doen (het tegenwoordige pretpakket, of profiel CM). Omdat ik geen flauw idee had wat ik na het halen van mijn diploma moest gaan doen, liet mijn moeder me maar eens testen. Uit die test bleek dat in elk geval mijn intelligentie in het rechterstaartje van de Gauss-curve zat. Een duidelijk advies kwam er echter niet uit, volgens de testpsycholoog zou ik alles wel kunnen studeren, als ik maar wilde. Daar lag dus precies het probleem. Ik durfde eigenlijk niks te willen. Een creatief beroep werd door mijn moeder ontmoedigd: ‘als je niet de allerbeste bent, wordt het toch niks’, en om schrijver te worden (mijn sterkste kant) ‘moest ik wel iets te vertellen hebben’.

Het werd een leven van nu eens een paar jaar werken in uitzendbaantjes, dan weer eens een aantal jaren studeren; ik begon met psychologie, switchte naar Nederlands en deed later rechten, telkens tot me de schrik om het hart sloeg bij het idee dat ik na die studie ‘mijn hele leven dat werk zou moeten doen…’ Intussen versleet ik de nodige partners die hetzij zichzelf veel begaafder vonden dan ik, hetzij minder begaafd waren en die dus te saai waren. Uiteindelijk haalde ik, pas rond mijn 35e, toch nog een hoger-onderwijs-diploma van de deeltijdopleiding hbo Nederlands. Dat was teleurstellend gemakkelijk, maar ik hield het toch vol omdat ik het met mijn medestudenten zo goed kon vinden. Leraar wilde ik niet worden, dat behoorde ook beslist niet tot mijn talenten: zodra ik voor een groep van meer dan vijf mensen sta, of het nu kleuters of studenten zijn, lukt het me al niet meer om enige structuur aan te brengen.

Ik heb heel veel geluk gehad dat ik uiteindelijk toch een vaste baan als schrijver/redacteur vond, bij een beginnend blad. Solliciteerde ik bij de gevestigde pers, dan werd ik daar als te oud en te onervaren stelselmatig afgewezen. Ik hield het in dat werk twaalf jaar uit, mede omdat ik inmiddels alleenstaande moeder geworden was en ik dus een gezin(netje) te onderhouden had. Nadien heb ik nog een aantal jaren als zzp’er teksten geproduceerd, tot ik uiteindelijk totaal burnt-out afgekeurd werd (ik had in al die jaren ook altijd al depressies gehad).


Ik kom niet over als sociaal onhandig, ja er zijn zelfs mensen die mij meer dan gemiddeld sociaal vaardig vinden, want ik kan goed luisteren, analyseren en combineren. Maar iets goed kunnen betekent niet: het leuk vinden. Als ik naar mijn hart te werk zou gaan zou ik het liefst kluizenaar zijn. Feestjes of andere social gatherings zijn een beproeving waarvan ik drie dagen moet uitrusten en vrienden heb ik eigenlijk alleen maar omdat zij mij zo trouw zijn. Een kluizenaar, ja, maar dan één met internet, want zo nu en dan wil ik toch wel eens iets delen in de virtuele wereld. Misschien dat dat hier kan.
Niet perfect maar goed genoeg

m1960
Overmatige Gebruiker
Overmatige Gebruiker
Berichten: 1819
Lid geworden op: zo 17 apr 2011, 18:00
Locatie: Dronten

Re: Begaafd?

Hallo Easywriter!

Welkom hier! :D
Wat herken ik veel in je intro! Het enige wat niet overeenkomt, is het alleenstaand moederschap en wellicht misschien de leeftijd. Mag ik vragen hoe oud je nu bent?
Net als jij heb ik ook het zogenaamde "pretpakket" gedaan. Ik ben ook erg kunstzinnig , beeldend en creatief, schrijf, teken en schilder veel. Als je mij nu vraagt wat ik "later" worden wil, weet ik daar ook geen antwoord op en ik ben nu 53........
Voor mij is het geen noodzaak dat ik moet werken omdat er "brood op de plank moet komen". Ik werk parttime in de kinderopvang en met het geld dat ik verdien, schaf ik zaken aan voor het schilderen, tekenen en schrijven. Ik ben met mijn autobiografie bezig en ben wel van plan dit aan de man te brengen, misschien in eigen beheer. Schilderen en tekenen doe ik hobbymatig en heel soms in opdracht. In het voorjaar heb ik een klein "expositietje" in de bloemenspeciaalzaak van de buren, die er heel toevallig achter kwamen dat ik schilder en mijn werken mooi genoeg vinden om in hun zaak tentoon te stellen.
Ik ben er niet op uit om "beroemd" te worden, al doet het me wel goed, dat mensen mijn creaties weten te waarderen.
En weet je, je hoeft hier niet enkel iets "virtueel" te delen. Een maal per maand kun je je aanmelden voor een HB-uitje in Utrecht, georganiseerd door Rianne (van het forum). Ik vond dat in eerste instantie ontzettend eng, maar heb me tenslotte toch aangemeld. Ik ben nog maar een keer geweest en vond het een verademing en ik heb daar niet drie dagen van bij moeten komen!
Ik zie uit naar je posts!

Hartelijke groeten,

Marlou
niet helemaal gek of helemaal niet gek?.......

Terug naar “Introductie”