Want ga maar na: wat gebeurt er nu eigenlijk, precies op dit moment? Je leest dit, zal je misschien zeggen, maar daar ga je al de mist in. Want wie ben jij? Weet je wel zeker dat jij echt bestaat? Ja? Hoe dan? En wie is die 'jij' precies, die dit leest? Zit die in je hoofd? Waar dan? Als ik jouw schedeldak zou lichten vind ik daar alleen maar een slijmerige klomp grijze materie. Iets als een geest of bewustzijn is daar niet te vinden. Wat zeg je? Je denkt toch? Ja? Wat zijn dat dan, gedachten? Je hebt een persoonlijkheid, waarmee je dingen ervaart? Ja? Hoe dan?
Ik denk, dus ik besta, zei die Franse filosoof ooit. Ha! Mooi niet. Of die Chinees, hoe heette die ook weer, Pang of Zang of zoiets, die droomde dat hij een vlinder was, en toen werd hij 's morgens wakker en vroeg zich af of hij nu Pang (of Zang) was die had gedroomd dat hij een vlinder was, of een vlinder die droomde dat hij Pang (of Zang) was! Dat verzin je toch niet? Nee, inderdaad, dat heb ik uit een boek gepikt. Net als het idee dat zowel de oude boeddhisten als de moderne psychologie tot de conclusie komen dat er eigenlijk helemaal niet zoiets als een 'ik' bestaat. En dat de allerslimste hersenonderzoekers met hun meest geavanceerde MRI-scanners nog steeds niet weten hoe die grijze klomp materie eigenlijk zoiets als een bewustzijn creëert. Laat staan een 'zelf-'...Oh, zeker, ze weten dat er zo'n honderd miljard neuronen in zitten, plus of minus, die via allerlei tentakels meer verbindingen met elkaar aan gaan dan er sterren in het heelal zijn, maar hoe dat dan precies iets als een gedachte vormt: nop. Geen idee. En toch kan ik met gebruikmaking van wat simpele symbooltjes als deze heel eenvoudig hele werelden in uw hoofd tevoorschijn toveren. Wonderlijk, niet?
Zo droomde ik laatst dat ik een joint rookte met Stephen Hawking, en lol dat we hadden! (Voor degenen onder u die niet weten wie dat is, dat is die briljante natuurkundige in die rolstoel die enkel met zo'n gecomputeriseerde robotstem kan praten omdat hij grotendeels verlamd is.) Ik kwam 'm tegen bij de Hema en ik zei: 'Yo, Stephen, zin in een jonko?' Hij lachte, want dat kan hij gelukkig nog, en reed direct met me mee. Dus wij naar een park in de buurt, ik stak die donderbus aan, liet hem eens goed teugen en we staken van wal.
'Stephen', zei ik, 'nu zeg eens: is mijn hoofd in het universum, of is het universum in mijn hoofd?'
Daar moest hij even over nadenken. Niet lang natuurlijk, met zo'n IQ, en hij zei: 'jongen, jij bent hartstikke gek.'
Dat kon ik natuurlijk moeilijk ontkennen, dus vroeg ik 'm toen of het niet mogelijk was dat al die tot dusver onverklaarbare donkere energie en materie die zijn collega's al een tijdlang overal waarnemen niet verklaard zou kunnen worden door het feit dat ons universum zich in een zwart gat bevindt, en dat over de waarnemingshorizon daarvan grote hoeveelheden energie en materie uit het universum waarin dat gat zich bevindt bij ons naar binnen stromen, net zoals wij dat waarnemen bij zwarte gaten in ons universum, want het wordt toch algemeen aangenomen dat ons heelal dertien-komma-nog-wat miljard jaar geleden min of meer spontaan tevoorschijn plofte uit een singulariteit, en waar vind je die? Juist, in een zwart gat. (Waarmee dus ook meteen het idee van een multiversum verklaard en bewezen wordt.)
Ha! Daar had die ouwe zo gauw even niet van terug. Ik nam afscheid en liet hem alleen om daar eens goed hard over na te denken en realiseerde me opeens dat ik in plaats van te bestaan in de gebruikelijke drie (of vier, als je de tijd meerekent, en wie doet dat nu niet) dimensies plots verandert was in een achttien-dimensionaal wezen. Hoe dit precies aanvoelde is natuurlijk op geen enkele ook maar enigszins begrijpelijke manier uit te leggen, maar geloof me: interessant wàs het...
Ik schrok wakker en er zat een eekhoorn op mijn bed. Hij keek naar me met die zwarte kraaloogjes en zei: 'ik opende vannacht een eikeltje en zag werelden om werelden wentelen, eindeloos ver en grenzeloos diep...' Ik keek 'm aan en zei: 'natuurlijk, man. Waarom ook niet?' Maar wat ik eigenlijk dacht was: als nu toch ook al de eekhoorns van deze wereld aan de LSD zitten, wat moet dat worden? Zelf heb ik in mijn leven zoveel drugs gebruikt, in zulke extreme hoeveelheden en absurde combinaties, dat ik echt niet meer weet waar ik ophoud en de werkelijkheid begint.
Alice snoepte van de paddenstoeltjes en zag konijnen aan de thee. Harry Snotter is een tovenaar en Bruce Lee leeft nog steeds. Mijn leven is een eindeloze trip. Maar geldt dat niet voor iedereen?
Fùck Descartes.
