Inmiddels zijn we vier jaar verder. In de tussentijd heb ik de opleiding afgemaakt, ben getrouwd en gaan werken.HIQ-forum schreef: Hoogbegaafd???
Na een gesprek eerder deze maand in de trein werd ik aan het denken gezet. Iemand adviseerde me –na het horen van mijn verhaal- eens op zoek te gaan naar informatie over hoogbegaafdheid. Ik keek haar wat wazig aan, omdat ik er altijd vanuit gegaan was dat ik alles behalve hoogbegaafd was. Dat ik anders ben dan anderen besefte ik me wel, en aan een hoge IQ-waarde schortte het ook niet, maar hoogbegaafd? Ik lachte beleefd en ging vrolijk verder.
Toch liet het me niet los. Na wat rondsurfen op het internet kwam ik Choochem, Menza en HIQ tegen. De verhalen en lijsten kwamen eng dichtbij. Maar geloof niet dat ik hoogbegaafd ben. Ik kan niet echt tegen stickertjes. De meeste mensen die ik ken zouden me recht in m’n gezicht uitlachen. “O, hij heeft weer wat…” Verder vind ik het eigenlijk nogal arrogant overkomen.
In dit artikel vertel ik m’n verhaal. Waarschijnlijk wordt het vrij lang, aangezien ik nogal lang van stof kan zijn. Maar ik wil het graag volledig doen. Wat denken jullie er over?
Laat ik bij het begin beginnen. Ik ben geboren ik 1986, als eerste van wat later drie jongens zullen zijn. Volgens m’n ouders werden ze met mij meteen in het diepe gegooid. Ik had als baby al een hekel aan lichamelijk contact. Moeder vertelde dat 5 dagen na m’n geboorte al op haar schoot ging staan.
Ook wilde ik weinig slapen. Als ze mij ’s middags op bed legde krijste ik alles bij elkaar. Ten einde raad legde ze me dan ook maar in de box. Schijnbaar was dat wel naar m’n zin.
M’n ouders noemden me ook een ‘wereldontdekker’. Als ze gingen wandelen met mij in de kinderwagen wilde ik de kap steevast naar beneden hebben. Zomer of winter, het maakte niet uit, ik moest zien wat er gebeurde. De box moesten ze een meter van de vensterbank houden, want geen plant was veilig voor me.
Met lopen was ik schijnbaar erg vroeg. Sloeg het kruipen over. De dag erna zaten m’n moeder en tante in de auto. M’n tante vertelde dat haar buurman gezegd had dat kinderen die vroeg lopen laat zijn met praten. Prompt hoorden ze iets vanaf de achterbank: “PAPPA”…
Op m’n vierde ging ik naar de basisschool in ons dorpje. Op deze school heb ik een rottijd gehad. Werd gepest, zowel door m’n leeftijdgenootjes als oudere kinderen. Schijnbaar was ik een makkelijk slachtoffer.
Ik was een erg extravert kind. Wilde alles en iedereen dingen vertellen en was nieuwsgierig naar alles. Op dit dorpsschooltje werd dit de kop in gedrukt. Er was totaal geen ruimte voor eigen expressie. Van extravert werd ik steeds introverter.
Zitten en doen wat je gezegd wordt… Iets waar ik toen al niet tegen kom. Aan repetitive opdrachten als het tekenen van krullen, schrijven van losse letters en het welbekende ‘prikken’ had ik een gigantische hekel. Het prikken deed ik altijd op de afgetekende stippellijn, exact op de stippen. Dit vond ik een nutteloze bezigheid, mdat ik na een middag prikken alleen maar ot de conclusie kon komen dat het met een schaartje veel netter en sneller gegaan zou zijn…
In groep vier ging het niet meer, het pesten op de school werd te erg, en m’n ouders zagen het volledig verkeerd gaan. Ze zochten een andere school voor me. Dit werd een basisschool in een naburig (groter) dorp.
Na het wisselen van school kwam ik van de hel in de hemel. De lerares die ik kreeg was een oude rot in het vak. Ze gaf me alle ruimte en stimuleerde me op dingen te onderzoeken en mezelf te ontplooien.
In groep vijf kwam ik bij de geschiedenislessen in aanraking met het Oude Egypte. Dit greep me zo dat ik er alles over wilde weten. Na een paar weken had ik alle boeken die de bibliotheek over had verslonden.
Het was een geluk dat m’n moeder in de bibliotheek werkte. Vanaf m’n zevende ging ik iedere vrijdagavond mee, om met enorme stapels terug te komen. Boeken over alle onderwerpen die je kunt verzinnen. Deze werden verdeeld over meerdere abonnementen, maar toch kwam het Niet zelden voor dat ma op de knop ‘overtreden’ moest drukken om alles mee te krijgen.
Op school was ik wel een gemiddelde leerling. Al werd er zowel door m'n ouders als de leerkrachten gezegd dat ik beter kon dan ik liet zien. Dit was inderdaad het geval, maar ik had geen zin om er meer aan te doen, stak de tijd liever in eigen interesses. Het leren van simpele rijtjes interesseerde me niet, bij het maken van werkstukken kon ik m’n creativiteit volledig laten gaan en fabriceerde volledige boekwerken.
Het favoriete vak was –hoe kan het ook anders- geschiedenis. Ik was vastbesloten om de archeologie in te gaan.
Helaas kwam op deze school het pesten na verloop van tijd wel weer terug. Al werd dit door de leraren beter opgelost. Het laatste jaar was super. De klassenfeesten en andere activiteiten brachten een grote eenheid in de klas. M’n klasgenoten accepteerden me.
Na de basisschool volgde de brugklas op de plaatselijke middelbare school. Vanwege m;n gemiddelde schoolresultaten ging ik naar Havo-Vwo.
In dit jaar gebeurde er veel. Alles was nieuw en groot. Voor mij op dat moment niet te overzien. Ik was het buitenbeentje van de klas. Weer had ik andere interesses dan de rest. Welke scholier is er nou geïnteresseerd in archeologie, geschiedenis, muziek uit de jaren 60-70, geloof en lezen?
Dit eerste jaar was verschrikkelijk. Het pesten begon weer en m’n schoolresultaten holden achteruit. Dit werd versterkt door het feit dat ik totaal geen leertraditie had. In plannen was –en ben ik nog steeds- een ramp. Alles deed ik op het laatste moment of niet.
Toen ja een half jaar een meisje uit een hogere klas vermist en later vermoord teruggevonden werd ging het volledig mis. Ik was alles zat en deed niets meer. Wilde niet meer, was depressief en verloor me in m’n hobby’s.
Op de Mavo was het niet veel beter. Doordat ik meer en andere interesses had dan m’n klasgenoten was ik weer het buitenbeentje. Gelukkig werk dik er minder gepest, doordat de stof zo simpel was deed ik nog steeds niets. Heb in die tijd vrijwel nooit huiswerk gemaakt. Toch haalde ik het eindexamen op m’n sloffen met acht vakken (waar er officieel zes nodig waren). Het enige waar ik me wel voor inzette waren de werkstukken van geschiedenis. M’n werkstuk over Dorestad is is tot op de dag van vandaag berucht op school…
Wat ik wel fijn vond was dat er op de Mavo nog op de ‘ouderwetse’ manier les gegeven werd. Voor mij was dit ideaal omdat er weinig groepswerk in voorkwam.
Omdat ik buiten school veel vrije tijd had kon ik volledig gaan voor m’n hobby’s. Vooral de archeologie voerde de boventoon. Op m’n zestiende runde ik vrijwel in m’n eentje een jeugdclub van het plaatselijke museum. Clubblad, activiteiten, alles. Ook stond ik aan de wieg van de jongerengroep van de amateurarcheologische stichting, waarmee ik al vaak mee ging naar veldverkenningen en opgravingen. Verder raakte ik steeds actiever betrokken bij de organisatie van de plaatselijke rommelmarkt.
In de zomervakantie gingen we altijd naar Voorthuizen, waar m’n ouders een stacaravan hadden.. Op een gegeven moment verveelde ik me verschrikkelijk. “Ach joh, ga een gitaar bouwen” zei m’n broertje. Ik speelde geen gitaar en had er überhaupt geen. Wel had ik ‘Het ultieme gitaarboek’ van Tony Bacon uit de bibliotheek meegenomen. Met een rekenmachine, geodriehoek, wat resthout van onder de caravan en wat basisgereedschap uit de auto ging ik aan de slag. Uiteindelijk kwam hier iets uit wat leek op een basgitaar, kwalitatief niet veel, maar achteraf gezien is dat een keerpunt geweest in m’n leven.
Na de Mavo wist ik niet welke richting op te gaan, dus werd het maar Havo.
Hier kwam ik er al snel achter dat de tweede fase niet aan mij besteed was. Bij groepswerk probeerde ik steevast als laatste over te blijven bij het vormen van de werkgroepen. “Tsja meneer, dan moet ik het maar alleen doen…”
Ook had ik –anders dan op de Mavo waar ik nog een paar vrienden had- totaal geen aansluiting met de klas. Ik vereenzaamde sterk en begroef me wederom in m’n hobby’s. Ik vereenzaamde steeds meer en begroef me in m’n hobby’s. Lezen was m’n grote passie. Gelukkig wierp dit zijn vruchten af bij de lessen literatuur.
Voor school deed ik nog steeds weinig. Opdrachten maakte ik op het laatste moment of helemaal niet.
Na de have wist ik opnieuw niet wat te doen. Naar het Vwo kon ik niet omdat de school meer dan één keer stapelen niet toestond. De middelbare school hing me ook redelijk de keel uit. Uiteindelijk ging ik naar de lerarenopleiding geschiedenis aan de HVU, met het idee door te stromen naar de universiteit voor een studie archeologie. Dit was voor mij niet echt een vrije keuze. M’n moeder bleef op me inpraten tot ik ja zei.
Op de HVU was alles nieuw. Vol frisse moed startte ik met de opleiding. Dit viel zwaar tegen. De onderwijsvorm bleek opnieuw niet aan mij besteed. Het groepswerk, gebrek aan bezieling bij de leraren, gatenkaasrooster, nutteloze bijvakken en opdrachten… de motivatie slonk met de dag.
Doordat ik niet wist wat anders te gaan doen zonk ik langzaam maar zeker weg. Thuis was er veel wrijving tussen m’n ouders en mij. Ook ging de hulp aan een depressieve vriendin me niet in de koude kleren zitten. Ik liep weer compleet vast.
Donkere wolken pakten zich samen. Gelukkig was er weer een lichtpuntje. Ik kwam de liefste vrouw ter wereld tegen. Ze wist met te motiveren en gaf me weer hoop.
Tegen het eind van de zomervakantie vond ik de site van een opleiding gitaarbouw in Belgie. Eerst zag ik het niet zitten, zo ver van huis en zo onzeker. M’n ouders zaten er niet direct om te springen en zagen liever dat ik de andere optie (opleiding fotografie) zou doen. Het was m’n vriendin die me hielp de sprong te wagen.
Sinds dat projectje op de camping was de gitaar m’n passie. Ik leerde mezelf spelen. In het jaar op de Hvu won ik een dagcursusje gitaarbouw, bij een ontwerpwedstrijd voor gitaren. Ik heb er een fantastische dag gehad.
M’n vriendin zei “Eigenlijk heb je de keuze al lang gemaakt; volg je hart.” Een week voor het jaar zou starten heb ik me ingeschreven. De eerste schooldag vond ik pas een kot…
Het was wederom of ik van de hel in de hemel terecht kwam. De opleiding bleek fantastisch. Het ouderwetse systeem van ‘meester en gezel’ werkt perfect voor mij. Het is echt een uitdaging, iets wat ik in de jaren ervoor eigenlijk nooit echt ervaren had.
In het eerste jaar was ik één van de drie –op een klas van elf- die overgingen. Naast het schoolwerk ben ik op m’n kot ook constant bezig met eigen projecten. Zo heb ik een electrische ukelele gebouwd, ben begonnen met een historisch onderzoek naar een vroeg-middeleeuwse lier, en heb een werkschrift geschreven. Dit werkschrift liep zoals gewoonlijk uit de hand. Uiteindelijk kwam ik aan met een boekwerk van 180 pagina’s, waar anderen met maximum 5 aankwamen…
In de tweede helft van het eerste jaar ging m’n vriendin voor een half jaar naar Zuid-Afrika. Dit was niet altijd even makkelijk, en ik sloot me dan ook helemaal op in m’n schoolwerk. Dit eiste zijn tol in de vakantie. Volledig oververmoeid stortte ik in.
Gelukkig is dat weer goed gekomen… Inmiddels ben ik druk bezig aan m’n klassieke gitaar. Ook dit loopt weer uit de hand. Waar anderen genoegen nemen met een eenvoudige rozet, lijm ik 800 strookjes fineer aan elkaar om kleine mozaïekjes te van 1x1 cm te maken. De kop is ingelegd met een scarabee in Art-deco stijl.
Verder heb ik plannen om te beginnen aan wat kleine projecten zoals een houten brandweerauto (model uit de jaren ’30 op schaal) een octaafgitaartje en een draaibank.
Waarom heeft een dag geen tweeënzeventig uur?
-Eigenschappen;
o Impulsief
o Intuïtief
o Ongeduldig
o Druk maar kan ook rustig zijn
o Vol met ideeën
o Drang dingen uit te vinden of aan te passen
o Doorzicht
o Ruimtelijk inzicht
o Creatief
o Vaak weinig geduld met anderen
o Koppig
o Kan helemaal opgaan in m;n bezigheden
o Stel sommige dingen eindeloos uit
o Niet bang om mensen te shockeren
o Harlekijn (masker)
o Moeite met autoriteit
o Pacifistisch
o Altijd kijken of het niet anders kan
o Moeite met veranderingen van buitenaf
o Nieuwsgierig
o Perfectionistische tik
o Begin aan van alles maar maak niet alles af
o Absoluut slecht in groepswerk
o Presteer in m’n eentje het best
o ‘Apart, eigen’ gevoel voor humor
o Piekeraar
o (Had) laag zelfbeeld
o Cynisch als het om mezelf gaat
o Sommige handelingen gaan bijna in een autistisch automatisme.
Na het afronden van de opleiding (met twee luiten en een halve barokgitaar, waar anderen het al niet lukt één luit af te krijgen).
In juli teruggekomen naar Nederland en begin september begonnen met werken bij een plaatselijke bouwmarkt. Aanvankelijk was het plan om naast het werk voor mezelf te beginnen met het bouwen van instrumenten. Teruglezend in m’n dagboeken had ik het er na een maand gezien en begon de sleur zich aan te dienen.
Het helpen van klanten vond ik verschrikkelijk vermoeiend. Vragen dommer dan je ze zelf kunt verzinnen. Mensen die je serieus komen vragen of grondverf speciaal voor de vloer is. Ik krijg daarbij de neiging om te antwoorden dat het ook op brood of op de platenspeler kan... Of mensen die terugkomen nadat ze iets simpels compleet kapot gedraaid hebben bij het assembleren, simpelweg omdat ze denken slimmer te zijn dan de gebruiksaanwijzing. Alle dagen verliepen in een vast, saai patroon. Na drie maanden werd ik er helemaal kriegel en sleepte me door de dagen heen. Leefde van pauze naar pauze, waarin ik stapels boeken verslond.
Gelukkig kreeg ik in januari een mailtje van een nieuw Nederlands bedrijf in muziekinstrumenten. Ze waren op zoek naar instrumentenbouwers en hadden me via m’n oude weblog gevonden. Na wat gesprekken ben ik daar in mei 2009 begonnen.
Halverwege de eerste week was het wederom bijltjesdag. Van de vier nieuwe mensen waarmee ik begon, bleef alleen ondergetekende over, de rest bleek ongeschikt. Inmiddels anderhalf jaar verder, twee verhuizingen van het bedrijf meegemaakt (tijdelijk onderkomen gehad) en nu ongeveer een jaar gesetteld in Amsterdam.
Het probleem is echter dat ik me daar inmiddels kapot verveel. Ga met steeds meer lood in m’n schoenen naar Amsterdam (dagelijks heen en weer met het OV).