HB-Forum.nl

De groepen zijn inderdaad groter dan 10, zo is het ook mogelijk om de test goedkoop aan te bieden , denk ik

Zijn er nog mensen die vandaag de officiele Mensatest hebben gedaan?
Ik vroeg me daarnaast nog af hoeveel vragen je ongeveer goed moet hebben om in het 98e percentiel te vallen. Ik heb denk ik vijf vragen niet ingevuld vanwege tijdgebrek! (Een eventuele volgende keer zal ik een andere strategie hanteren mbt het in de gaten houden van de tijd.)

Ik heb die dag ook de test gedaan in Castricum. Gister de uitslag ontvangen.

Alweer een hele tijd terug werd ik zenuwachtig van online iq-testjes. Nu niet meer zo. Ik verveelde me dus ging er maar weer eens een doen. Nou, volgens mij klopt er geen ene **** van deze: http://www.123test.nl/iqtest/ . Er zitten een paar vragen bij eaar het juiste antwoord gewoon niet bij staat. Vooral de woordvragen zijn heel stom. Wij komen niet verder dan 8 van de 10 goed. Ben benieuwd of hier iemand weet wat wij 'fout' doen
Disclaimer: dit is niet serieus te nemen natuurlijk. Maar ik ben benieuwd!

Ik had er eerst 8 goed, toen een talige vraag veranderd (nr. 7, vind ik wel voor tweeërlei uitleg vatbaar) en die #$%@ opengeklapte kubus (daar heb ik echt onredelijk veel moeite mee altijd ) en toen waren er 10 goed.

de juiste antwoorden zijn

1 b
2 c
3 b
4 b
5 b
6 c
7 d
8 b
9 b
10 d

Ik zie zelf bij vraag 7 een dubbelzinnigheid het tegengestelde van 'stoer' is 'laf (a)' of 'verlegen' ( d), Ik vindt daarbij zelf dat laf meer tegengesteld is, waarbij stoer dan meer wordt geinterpresteerd als dapper. Je kunt stoer ook gebruiken voor zoiets als flink of fors maar daarbij vindt ik ook een licht uiterlijke component aanwezig. Bij het tegenovergestelde van verlegen denk je meer aan onbeschaamd, onverlegen is niet direct stoer. Bij het tegenovergestelde van laf denk ik wel eerder aan stoer. Bij stoer denk ik aan gedrag en uiterlijk, laf past daar beter bij dan verlegen.

Wat zijn de andere dubbelzinnigheden?

Bij vraag 3 vind ik de eerste ook kunnen. Laf is een tegenstelling van moedig, maar verlegen is dan weer een tegenstelling van uitgaand/uitgesproken imho.

Stefan schreef:Bij vraag 3 vind ik de eerste ook kunnen.

Een patroon 4321 kan idd net zo goed het piramide patroon 43212343212343.... zijn

Voor de vijfde valt ook nog wat te zeggen.

Ja, ik struikelde inderdaad over stoer-verlegen om de reden die je geeft. En ik had 'medelevend' als synoniem voor 'geruststellend'. Als in, als een persoon geruststellend is, is diegene ook meelevend en niet per se rustgevend. Rustgevend is meer voor muziek of zo. Ik vind het voor meerdere uitleg vatbaar (die uitdrukking klopt niet maar kan even niet op de goede komen).

En vraag 3 klopt niet. Het zou moeten zijn: 3 hartjes, 2 plusjes en 3 sterretjes. Dan volgen alle drie de reeksen dezelfde logica (heen en weer).

Nalle schreef:En vraag 3 klopt niet. Het zou moeten zijn: 3 hartjes, 2 plusjes en 3 sterretjes. Dan volgen alle drie de reeksen dezelfde logica (heen en weer).

Maar, dan is de reeks hartjes: 1,2,3,2,3..?

Ik had ook meelevend en laf om genoemde redenen.
Grappig testje wel verder.

Oh ja ik bedoel 1 hartje.

Vraag drie heeft drie reeksen van vier waarden die telkens één verschilt. Antwoord één zou betekenen dat die 'regel' niet meer klopt voor de sterretjes.

_willem_ schreef:Vraag drie heeft drie reeksen van vier waarden die telkens één verschilt. Antwoord één zou betekenen dat die 'regel' niet meer klopt voor de sterretjes.

Bij antwoord twee klopt die regel ook niet meer omdat je dan een reeks met vijf waarden hebt.

Het probleem bij vragen met reeksen is dat je altijd zelf nog iets moet invullen wat het moet voorstellen dat de ene reeks beter is dan een andere, en hoe dat is dubbelzinnig en heeft niets met logica te maken. Als men expliciet aangeeft wat de regels zijn om te bepalen wat het beste patroon is of wat een betere reeks voorstelt dan zou de situatie al heel anders zijn. Neem voor een goed vraagstuk bijvoorbeeld de recente opgave uit het tijdschrift Nieuw Archief voor Wiskunde waarbij men de term 'a move' expliciet defineert en waarbij de vraag om een beste oplossing wordt aangevuld met een voorwaarde wat de beste oplossing is (het minste aantal stappen)

http://www.nieuwarchief.nl/homeitems.php?onderwerp=6

Given five pairwise distinct points A,B,C,D,E in the plane, no three of which are collinear, and given a line l in the plane not passing through any of the five points. Assume that l intersects the conic section c passing through A,B,C,D,E. Construct the intersection points of l and c. One of the solutions which uses the smallest number of moves will be awarded the book token. Here, given a collection of points, lines, and circles in the plane, a move consists of adding to the collection either a line through two of the points, or a circle centered at one of them and passing through another. At any time one is allowed to freely add any intersection point among the lines and circles, as well as any sufficiently general point, either in the plane, or on any of the lines or circles.

For example, given a line l and a point P on l one can construct a line through P and perpendicular to l in three moves as follows. Choose a point M not on l. For the first move, take the circle C centered at M and going through P. Let Q be the second point of intersection between C and l. For the second move, add the line through Q and M and let R be the second point of intersection between this line and C. Finally, add the line PR, which is perpendicular to l.

Nalle schreef:Vooral de woordvragen zijn heel stom. Wij komen niet verder dan 8 van de 10 goed. Ben benieuwd of hier iemand weet wat wij 'fout' doen
Disclaimer: dit is niet serieus te nemen natuurlijk. Maar ik ben benieuwd!

Hier een 9 op 10. De Laf-stoer had ik 'fout'. Heb er nog achteraan gemaild, omdat ik heel eigenwijs vond dat ze hun testje weleens mochten 'perfectioneren', hihi. Kreeg er overigens een zéér rechtlijnig mailtje op terug: zo staat het er, dus zo is het en niet anders.

Hahaha ik heb ze ook gemaild, kon me niet inhouden Ik heb een link naar dit topic erbij gedaan en gezegd dat hun iq-test voor hoogbegaafden heel moeilijk is en dat er dan misschien iets niet helemaal klopt En kreeg als antwoord dat ze de testmakers erop zouden attenderen.

Op 15 maart meegedaan in Castricum. Een week later al de uitslag: 98e percentiel, en een inschrijvingsformulier

Tinus schreef:

_willem_ schreef:Vraag drie heeft drie reeksen van vier waarden die telkens één verschilt. Antwoord één zou betekenen dat die 'regel' niet meer klopt voor de sterretjes.

Bij antwoord twee klopt die regel ook niet meer omdat je dan een reeks met vijf waarden hebt.

Het probleem bij vragen met reeksen is dat je altijd zelf nog iets moet invullen wat het moet voorstellen dat de ene reeks beter is dan een andere, en hoe dat is dubbelzinnig en heeft niets met logica te maken.

Ik begrijp je punt Tinus. Volgende week start de Google Code Jam weer (mèt formele specificaties) en daar ga ik me weer lekker op uit leven

Máár als je verschillende regels uit series kunt halen en voor één regel is overtuigend meer bewijs (en één voorbeeld vs. geen voorbeeld voor de toepasbaarheid van een regel is voor mij voldoende overtuigend in dit geval) dan een ander. Dan is het toch 'logisch' dat je voor die regel kiest mèt overtuigend bewijs?

Na 20 jaar programmeren cq. het vertalen van softe specificaties ben ik zo gaan denken

_willem_ schreef:Máár als je verschillende regels uit series kunt halen en voor één regel is overtuigend meer bewijs (en één voorbeeld vs. geen voorbeeld voor de toepasbaarheid van een regel is voor mij voldoende overtuigend in dit geval) dan een ander. Dan is het toch 'logisch' dat je voor die regel kiest mèt overtuigend bewijs?

Alleen als er een maat zou bestaan voor overtuigend dan zou dat logisch zijn. Een poging tot rangschikking zonder rangen is niet logisch.

Je hebt het nu over regels die je uit series kunt halen maar nergens in de opgave staat gegeven hoe de regels die bepalend zijn voor de ene serie meer overtuigend kunnen zijn dan de regels die bepalend zijn voor een andere mogelijke serie.

Tinus schreef:Je hebt het nu over regels die je uit series kunt halen maar nergens in de opgave staat gegeven hoe de regels die bepalend zijn voor de ene serie meer overtuigend kunnen zijn dan de regels die bepalend zijn voor een andere mogelijke serie.

Moet het dan in de regels staan? Als je twee groene hokjes ziet en een derde moet invullen met een kleur dan kies je? Als je het naar het filosische wilt trekken dan kies je rood.