Niveau 1: Primary Integration
Egocentrisme overheerst. Er is geen zelfreflectie en geen eigen verantwoordelijkheid als het fout loopt. Innerlijk conflict is niet aanwezig en wordt als hinderlijk en ongewenst beschouwd. Er is enkel conflict met anderen. Er is geen of weinig vermogen tot empathie.
Conformiteit en zich aanpassen is erg belangrijk en wordt voortdurend nagestreefd.
Niveau 2: Unilevel Disintegration
Dit is het eerste niveau dat gekenmerkt wordt door desintegratie. Er is nu innerlijk conflict aanwezig maar het blijft oppervlakkig (unilevel) en richtingloos. Innerlijke conflicten veruiterlijken zich in de vorm van humeurschommelingen, depressieve gevoelens, onrustgevoelens, psychosomatische klachten, angsten, fobieën enz. maar geven nog geen aanleiding tot het ontstaan van een eigen waarden- en normensysteem.
Aanvaarding door de peergroep en doen "wat hoort" blijft het individu sterk beïnvloeden bij het maken van keuzes.
Het denken heeft daardoor een circulair karakter, keuzes maken is moeilijk, men wordt heen en weer gesleurd tussen verschillende richtingen en waarden die allemaal als gelijkwaardig aangevoeld worden. Er is dus veel emotionele ambivalentie.
Niveau 3: Spontaneous Multilevel Disintegration
Innerlijk conflict is veelvuldig aanwezig. Het gebeurt nog spontaan maar het krijgt richting en het geeft nu wél aanleiding tot emotioneel groeien. Het gedrag wordt meer en meer gestuurd door een zich ontwikkelend, waarden-en normensysteem dat gebaseerd is op eigen emotionele en cognitieve ervaringen.
Men maakt zich meer en meer los van "wat hoort" zoals voorgeschreven door de goegemeente. Dabrowski noemt dit "positive maladjustment", wat zoveel betekent als positieve onaangepastheid.
Men streeft ernaar om "een beter mens" te worden. Er is constant conflict tussen "hoe ik ben" en "hoe ik kan en wil zijn". Daardoor zijn er gevoelens van ontevredenheid met zichzelf, existentiële angst en intense morele conflicten.
Dit niveau is cruciaal voor een positieve persoonlijkheidstransformatie en eens dit niveau bereikt is kan men niet meer terugglijden naar niveau 2 of 1.
Niveau 4: Organised Multilevel Disintegration
De persoonlijkheidsontwikkeling via innerlijk conflict wordt nu bewust gestuurd door het individu (organised). Zijn autonoom waarden- en normensysteem wordt sterker en beter afgelijnd. Zijn persoonlijkheidsideaal wordt duidelijker en meer bereikbaar. Men wordt rustiger en er is een sterke toename in het vermogen tot empathie.
Het individu vertoont een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, authenticiteit, zelfbewustzijn, autonomie in praten en handelen en zelfreflectie.
Zelfperfectie is een stuwende kracht hier.
Niveau 5: Secondary Integration
Innerlijke conflicten verdwijnen door het bereiken van het persoonlijkheidsideaal (wat ik kan en wil zijn). Er is nu integratie van de eigen waarden en normen in het zijn en in het alledaagse leven.
Cognitieve en emotionele structuren (denken en voelen) zijn met elkaar versmolten in een harmonieus en flexibel geheel.
Empathie en altruïsme zijn prominent aanwezig.
Volgens Dabrowski bevindt de meerderheid onder ons zich op niveau 1 voor het leven.
Anderen stoten door naar niveau 2 maar blijven daar dan hangen. Zij zullen met angsten en neurose kampen voor de rest van hun dagen. De desintegratie krijgt geen richting en geeft geen aanleiding tot het ontstaan van nieuwe, hoger ontwikkelde, emotionele en cognitieve structuren.
Slechts een minderheid gaat richting niveau 3 en bereikt misschien niveau 4.
Niveau 5 is voor enkelingen voorbehouden, zoals de Dalai Lama en Mahatma Ghandi…
bron