''Ben ik raar? Soms heb ik het gevoel alsof ik hartstikke anders ben dan iedereen om me heen. Waarom kan ik niet gewoon zijn zoals de rest? Waarom ben ik zo stil? Waarom weet ik nooit wat ik moet zeggen? Waarom heb ik altijd het gevoel, dat wat ik zeg toch niet interessant is? Waarom denk ik altijd zo veel na en dan vooral op de momenten dat ik er niet aan zou moeten denken? Ik word gek van mezelf. Waarom kan ik niet gewoon mezelf zijn zonder me druk te maken om wat anderen denken?'' 17-10-2007
Dit is een fragment dat ik onlangs terugvond in mijn dagboek. Een fragment geschreven door een toen nog onbewust-misschien-wel-hoofdbegaafde-ik. Het is niet per toeval dat ik zo'n twee maanden geleden besloot mijn dagboeken eens te herlezen. Het was eigenlijk na mijn ontdekking over hoofdbegaafdheid in relatie tot mezelf, dat ik nieuwsgierig werd of ik zwart op wit kenmerken kon terugvinden die mijn gevoelens, dat ik misschien ook wel eens hoofdbegaafd zou kunnen zijn, konden bevestigen. Ik heb het vermoeden hoofdbegaafd te zijn, maar niets is officieel bevestigd. Het is pas twee maanden geleden dat ik begon aan deze ''ontdekkingsreis'', zoals ik het graag zou willen noemen, en het heeft bij mij geleid tot frustraties, verwarring, herkenning en geruststelling... Het is nogal een emotionele achtbaan geweest, die ik eigenlijk nog met niemand heb durven delen. Ik bedoel, ''wat denk ik wel niet van mezelf? Wie denk ik wel niet dat ik ben? Een of andere Einstein ofzo?
Ik zal beginnen met een korte introductie over mezelf. Ik ben dus Scarlett, ik ben 23 jaar en heb afgelopen maart een hbo opleiding afgerond. Ik werd geboren als het zesde kind uit een gezin met zeven kinderen. Mijn vader is Aziatisch en mijn moeder is Nederlands. Opgroeien in een gezin met zeven kinderen en twee culturen is niet altijd even gemakkelijk geweest. Daarnaast heb ik ervaren dat je als jongste kind(eren) al gauw doet wat je oudere broers en zussen vóór jou hebben gedaan, en dat wat zij deden was altijd iets waar ik persoonlijk tegenop keek. Wat zij deden, dat was goed en beter worden dan zij in wat dan ook, dat zag ik als onmogelijk en was niet iets waarnaar ik probeerde te streven. Ik wilde ook nooit beter zijn dan iemand, ik wilde hetzelfde zijn, niet anders dan de rest. Maar helaas. Hoewel ik altijd heb geprobeerd precies zo te zijn als anderen, heb ik dat gevoel van anders zijn nooit verloren. Waarin ik anders was en waarom, dat heb ik nooit geweten tot het moment dat ik - volledig uit het niets - besloot te googlen op het woordje hoofdbegaafdheid.
Van de zeven kinderen is er één kind van wie ooit officieel hoogbegaafdheid is vastgesteld. De rede hiervan is omdat hij oorspronkelijk getest werd op autisme, wat uiteindelijk ook vastgesteld is. Hoofdbegaafdheid in de familie is dus bij slechts een persoon officieel bevestigd. Mijn moeder heeft echter nooit iets met deze informatie gedaan. Dit ene kind heeft namelijk voor nogal wat problemen gezorgd, wat ook weer veel invloed heeft gehad op het gezinsleven in het algemeen. Uiteindelijk ging alle aandacht altijd uit naar deze problemen waarvan de oorzaak in principe werd gezocht bij enkel en alleen zijn autisme. Het is nooit bij iemand opgekomen om na te gaan wat de invloed van hoofdbegaafdheid zou kunnen zijn op zijn gedrag en de problemen die hij veroorzaakte. Kort samengevat is er binnen ons gezin nooit aandacht besteed aan hoogbegaafdheid.
Behalve de ontdekking dat ik zelf wel eens hoogbegaafd zou kunnen zijn - en nee, het is nog niet iets wat ik met volle overtuiging van mezelf zou kunnen zeggen, hoewel ik er toch wel redelijk sterk van overtuigd ben dat ik het ben -, heb ik het vermoeden dat mijn oudste zus ook wel eens hoogbegaafd zou kunnen zijn. Misschien is het raar dat ik nu die zus erbij haal, want ik heb het nog niet eens over mezelf gehad, maar die zus heeft eigenlijk een ontzettend grote invloed op mijn leven gehad, ondanks - of juist omdat- ze twaalf jaar ouder is dan ik.
Mijn zus was tot zo'n tien jaar geleden professioneel balletdanseres. Helaas is ze destijds betrokken geraakt bij een auto-ongeluk en heeft toen besloten haar danscarrière op te geven omdat ze wist dat ze nooit meer op hetzelfde hoge niveau zou kunnen dansen. Op haar tiende begon ze aan de vooropleiding bij het Nationale Ballet. In tegenstelling tot nu, mocht de vooropleiding in die tijd alleen nog maar gecombineerd worden met de havo. Het vwo zou voor een te hoge werkdruk zorgen, wat niet ten goede zou komen van de dansopleiding. Uiteindelijk is ze niet toegelaten tot de vervolgopleiding van het Nationaal Ballet, omdat ze in het laatste jaar van de havo nogal wat rellen heeft geschopt binnen de vooropleiding. Rellen zou je het niet eens mogen noemen, ze bracht slechts naar buiten dat er een docent lesgaf die indirect anorexia aanmoedigde door mensen te beledigen. Hoewel die docent toen is ontslagen, werd mijn zus toen waarschijnlijk gezien als bedreiging binnen het ballet, waardoor zij bij voorbaat niet werd aangenomen voor de vervolgopleiding. Gelukkig lag haar passie niet bij klassiek ballet, en besloot ze verder te gaan aan de Rotterdamse dansacademie. Tijdens deze opleiding heeft zij tevens een danscompetie gewonnen wat haar in staat stelde om voor een jaar naar New York te vertrekken en danslessen te volgen aan The Juilliard School, ook wel bekend van de musical Fame. Nadat ze zich erbij neer had gelegd dat haar danscarrière werkelijk voorbij was, is ze begonnen aan een studie rechten, in het Duits, aan een Oostenrijkse universiteit.
Hoewel ik als zesjarige, na het zien van de film Red Dancing Shoes en het stiekem aanpassen van de spitzen van mijn oudste zus, welke behoorlijk pijn deden aan mijn voeten, al voor mezelf besloot nooit balletdanseres te zullen worden, heb ik altijd grote bewondering gehad voor deze zus. Iedereen van mijn broers en zussen heeft de havo gedaan, maar het kwam voornamelijk door mijn zus dat ik ook blindelings, zonder andere opties te overwegen, voor de havo koos. Mijn zus was iemand tegen wie ik op keek, die altijd al mijn vragen kon beantwoorden en wie er altijd voor mij was. Zij was de veilige thuishaven en ik had er totaal geen behoefte aan beter te zijn dan zij, want wie zou er dan nog voor mij zijn? De havo was het enige waar ik bekend mee was, en als mijn intelligente zus de havo deed, dan zou dat wel het hoogst haalbare zijn. Mijn ouders hebben ons nooit gestimuleerd om het vwo te proberen. Ten eerste had en heeft mijn vader geen verstand van het Nederlands onderwijssysteem en mijn moeder heeft, helemaal door het hebben van een groot gezin, altijd liever op safe gespeeld. Vwo zou te moeilijk kunnen zijn, met een hoger risico om te blijven zitten, wat uiteindelijk weer een extra jaar aan boekengeld zou kosten. ''Nee, Doe maar gewoon de havo, haal dat papiertje en dan zien we wel weer.''. En zo ging het precies met het vervolgonderwijs. Doe maar gewoon een hbo studie, haal dat papiertje, dan heb je altijd iets om op terug te vallen. Ik heb dit gedrag van mijn moeder altijd vreselijk gevonden. Altijd op safe spelen, geen risico's durven nemen, kiezen voor het praktische. ''Waarom kies je niet voor de studie vrijetijdskunde, dan weet je in ieder geval zeker dat je het haalt.'' Uiteindelijk besloot ik te gaan voor een studie in de meer economische richting. ''Zou je dat nu wel doen? Economie? Wiskunde? Is dat niet te hoog gegrepen? Maar juist omdat het mijn moeder ontbrak aan vertrouwen, besloot ik de opleiding te doen en mijn moeder versteld te doen staan, ondanks dat ik eigenlijk geen idee had waar ik aan begon. Eigenlijk had ik talen leren altijd leuk gevonden, maarja, mijn andere zus ging al de Engelse docenten opleiding de doen en ik wilde voor geen goud wéér op dezelfde school terechtkomen, Nederlands leek me reuze interessant, maar met een hbo Nederlands kon je alleen docent worden, wat ik toen absoluut niet wilde en de opleiding tolk/vertaler in Maastricht vond ik te ver. Uiteindelijk heb ik toen, ten einde raad, in een half uurtje voor een opleiding gekozen waarvan ik nu hoop er nooit meer iets mee te hoeven doen.
Ik heb het hbo vreselijk gevonden. Achteraf gezien was mijn opleiding qua vakkenpakket in combinatie met de klassikale manier van lesgeven letterlijk een verlenging van de middelbare school. Daarnaast vond ik de vakken te oppervlakkig en kwam ik er na twee jaar achter dat de vakken waar de meeste nadruk op werd gelegd, vakken waren die me niets, maar dan ook niets interesseerden. Ik had inmiddels begrepen wat dat ene jaartje verschil tussen de havo en het vwo had uitgemaakt. Ik wist niet zeker of ik boos moest zijn op mijn moeder of op mezelf. Waarom had zij nooit met ons persoonlijk gezeten om onze schoolkeuzes door te nemen, waarom had zij mij nooit het verschil uitgelegd tussen de havo en het vwo? En waarom is zij er altijd maar van uitgegaan, dat wij als jongste kinderen automatische dezelfde route zouden volgen als de oudere kinderen? Maar aan de andere kant, had ik mezelf er ook niet schuldig aan gemaakt? De middelbare school in zijn geheel had me nooit echt kunnen interesseren, hoewel er echt wel vakken waren die ik interessant vond. Achteraf gezien, kan ik bevestigen dat ik nooit heb willen opvallen, nooit heb willen streven naar het beter zijn dan anderen. Deze houding die, als jongste kind en ook nog meisje zijnde, thuis werd aangewakkerd, zette zich eigenlijk voort op de middelbare school. Ik was lui, had een passie en talent ontwikkeld voor spieken wat ik puur deed voor de adrenaline (al mijn school- en staatsexamens heb ik wel netjes door te leren gehaald) en spijbelde veel, sliep uit of ging eerder naar huis om uiteindelijk boeken te lezen die ik zelf veel interessanter vond. Uiteindelijk heb ik zonder veel moeite de havo afgerond.
En waarom ik dan uiteindelijk toch ben doorgegaan met de hbo opleiding? Waarschijnlijk toch ook deels door een advies dat mijn moeder heel vaak en onder verschillende omstandigheden heeft herhaald: maak af waar je aan begint. Daarnaast had ik inmiddels een eigen motivator gevonden. Ik kon wel zomaar stoppen, maar wat dan? Ik wist nog steeds niet wat ik wél wilde. Zodoende besloot ik voor mezelf dat ik niet zou stoppen met de studie tot ik honderd procent zeker wist waar mijn passie lag en deze passie vond ik in mijn laatste jaar, wat een redelijk riskant moment was om deze passie te vinden. Uiteindelijk heb ik met bloed, zweet en tranen met tuiten, motivatieloos, en dagdromend over de toekomst mijn opleiding gehaald waar ik, zoals ik eerder aangaf, zo'n hekel aan had gekregen dat ik tot op heden hoop er nooit meer iets mee te maken zullen hebben.
Uiteindelijk hoop ik in maart volgend jaar te beginnen aan een nieuwe bachelor aan de Universiteit (!!!), ja eindelijk! En wát kijk ik er naar uit. Ik denk dat het goed is geweest dat ik me niet tijdens mijn vorige studie ben gaan verdiepen in hoogbegaafdheid, want dan had ik mezelf waarschijnlijk helemaal niet meer kunnen motiveren om door te gaan. Juist omdat ik het niet wist, heb ik mezelf door de studie weten te slepen. Maar nu weet ik (denk ik) beter, en hoop ik mijn capaciteiten beter te kunnen benutten en niet meer voor de zesjes te gaan, maar voor de achtens en de negens!
p.s.
Ik heb in dit megalange verhaal totaal niet verteld waarom ik denk hoogbegaafd te zijn. Maar ook voor mij waren de lijstjes een en al herkenning, ik heb redelijk veel (té veel) tijd besteed aan het lezen van artikelen over hoofdbegaafdheid, beelddenken, creatief denken, hoogsensitiviteit, enz. en er vielen gewoon ontzettend veel puzzelstukjes op zijn plaats. Ik denk dat ik de fase van herkenning wel voorbij ben, maar het erkennen van mezelf dat is toch een stuk moeilijker. Aan de ene kan weet ik stiekem dat het zo is, aan de andere kant durf ik er niet van overtuigd te zijn dat ik het ben, want zoals ik hier eerder door andere mensen geschreven heb zien staan zo slim ben ik niet en ik heb geen officiële test afgelegd en die wil ik op dit moment ook absoluut niet doen, want stel je voor. Het stomme is, dat ik aan de ene kant denk: ik heb de test ook helemaal niet nodig ter bevestiging, maar aan de andere kant... nu ik geen officiële bevestiging heb, durf ik ook weer niet over mezelf als hoogbegaafd te denken, hoewel het in deze tekst voor het eerst is, dat ik heb durven schrijven dat ik denk hoogbegaafd te zijn, wat ook al een stap in de goede richting is.