@ Laatbloeier e.a.
(Vervolg op mijn eerdere post. Excuses voor de lengte!)
Zonder het te veel te willen psychologiseren denk ik dat een deel van de oorzaak te herleiden is tot de basisschool periode. En zonder verder al te veel persoonlijke details te willen blootgeven, komt het er grofweg op neer dat ik daar als het ware als een cactus op weinig water, weinig input, heb moeten leren “functioneren”. (Ik vermoed dat iedereen hier zo wel zijn eigen voorbeelden kan invullen).
Als een introverte en verlegen basisschool leerling zijn de momenten waarop ik voor mijzelf heb durven op komen op één hand te tellen. De school wist geen raad met mij, en als kind wist ik ook niet hoe we uit de impasse moesten komen. Ik wist niet welke rechten ik had als kind en ik wist ook niet dat de situatie waarin ik verkeerde (de manier waarop de school met mij om ging) slechts één scenario was. Oftewel: dat er in feite meerdere alternatieve scenario’s bedacht hadden kunnen worden; scenario’s die voor mij persoonlijk beter waren geweest. Dit was echter allemaal niet het geval en uiteindelijk leidde dit tot spijbelgedrag in de bovenbouw, wat een ontzettend grote stap is voor een extreem leergierig kind.
Ik denk dat voor een aantal mensen op dit forum deze situatie zelfs tot op de middelbare school voortduurde. Voor mij was de middelbare school echter een omslagpunt. Ik kwam op het gymnasium terecht waar ik in ene zóveel nieuwe leerstof aangeboden kreeg dat ik enorm gulzig werd.
Geheel geïnspireerd door het grote aanbod, zoals Grieks en Latijn, begon ik tegelijkertijd bijvoorbeeld aan een thuiscursus Arabisch van het LOI. Ik bloeide aanvankelijk op en stortte me daarnaast ook op atletiek. Ik was geselecteerd voor de regionale kampioenschapen (oftewel: minimaal 3 dagen per week intensief trainen). In retrospectief was het eigenlijk een trainwreck waiting to happen. Door echter goed bij te sturen op essentiële momenten heb ik mijn VWO diploma wel weten te behalen. Maar de LOI cursus niet. En ook de kampioenschappen heb ik voorbij laten schieten door nooit meer op te komen dagen. Het begin van de onafgeronde projecten.
Wat ik hiermee wil aangeven is dat ik eigenlijk te maken had met twee mechanismen.
Enerzijds: het (aanvankelijk) verkeren in een situatie of omgeving waarin weinig input aanwezig is, en de gedachte dat dit het énige scenario is (i.p.v. slechts één scenario). Als gevolg waarvan je inzet op het ontwikkelen van vaardigheden om in deze context te leren functioneren.
Anderzijds: op het moment dat je (vervolgens) in een situatie of omgeving terecht komt waarin aanzienlijk meer input aanwezig is, je alles tegelijkertijd aangrijpt. Want: eindelijk input, maar ook: angst om dit aanbod weer te verliezen. Echter, aanvankelijk had ik altijd ingezet op het ontwikkelen van vaardigheden om in een input-arme omgeving te functioneren, en ik had geen flauw idee hoe ik moest functioneren in een input-rijke omgeving.
Op de universiteit bleef ik dit paniekerige schransgedrag aanvankelijk voortzetten, mede ook veroorzaakt door het gevoel dat ik zoveel in te halen had en dus op veel moest inzetten. Naast mijn studie had ik een normale baan (voor inkomen), daarnaast heb ik tijdens de hele studieperiode verschillende stages gelopen (voor relevante werkervaring, dus eigenlijk een tweede baan, maar weinig/geen salaris), en vaak extra vakken bij andere faculteiten en uni’s (zonder deze vakken ooit officieel te hebben aangemeld voor op mijn diploma). Dit leidde tot successen maar ook tot nog meer onafgeronde projecten.
Ik had werkelijk geen idee hoe een ontwikkeling normaal gesproken verloopt, en hoe ik mij persoonlijk daartoe verhield. Ik wist niks van tijd en rijping. Mijn eisen waren torenhoog. Ik had veel parallelle projecten waar ik allemaal evenveel aandacht aan wilde geven. En ik had bovenal het gevoel dat ik continu ‘achter’ liep op waar ik had kunnen zijn, doordat ik in mijn vroege schoolperiode zo verstoken was geweest van mogelijkheden tot ontwikkeling en ik, tegen de tijd dat ik op de middelbareschool terecht kwam, weinig project/studievaardigheden ontwikkeld bleek te hebben. Dit was een zeer pijnlijke realisatie. Ik maskeerde dit door mijzelf te overbelasten met irreëel grote (parallel lopende) projecten. Had ik in ieder geval altijd het legitieme excuus naar de buitenwacht (en mijzelf) toe, van “iets te veel hooi op mijn vork, tsja beetje dom!” . Dit was echter verre van bevredigend. Het hielp mij ook niet vooruit.
Totdat ik, eenmaal op de universiteit, bevriend raakte met een studiegenoot die een heel ander wereldbeeld had. Zij dacht in termen van mogelijkheden en deed mij inzien dat er altijd verschillende scenario’s zijn. En dat dit de rest van mijn leven zo blijft. Het is oneindig. Met haar heb ik ook vele buitenlandse reizen gemaakt waardoor er letterlijk een wereld voor mij open ging. Ik leerde in te zien dat de symbolische basisschoolperiode definitief voorbij is. Dit zorgde ervoor dat ik niet alles op dit moment hoef te realiseren; niet alles hoeft tegelijkertijd maximale aandacht te krijgen, en dat er ook nog zoiets is als rijping. Dit gaf mij lucht en perspectief.
Ik begon te dromen zonder het gevoel opgejaagd te worden.
Het "magnum opus" was mijn scriptie onderzoek. Het was werkelijk een megalomaan project en ik heb er ruimschoots de tijd voor genomen (tot wanhoop van de docent). Voor mij was het echter niet alleen een toets om aan te tonen dat ik een onderzoek kon uitvoeren en analyseren, het was veel diepgaander voor mij. Ik voelde dat ik achter het stuur zat. Ik had voor mijzelf gekozen, voor mijn eigen onderwerp en zag het als een project om te ontdekken hoe ik leer en te ontdekken waar mijn interesses liggen en om (eindelijk) studievaardigheden te ontwikkelen. Ik heb onwijs veel frustratie gekend op verschillende momenten in het proces, tijdens de moeilijkere en saaiere periodes. Maar het gevoel van het uiteindelijk goed afronden van mijn eigen project, wat ik zelf 100% op poten had gezet, was enorm bevredigend. Ik kon niet meer terug.
Ik kwam tot het besef dat de frustratie van onafgemaakte projecten voor mij eigenlijk groter is dan de frustratie die ik ondervond tijdens de saaiere/moeilijkere periodes (writers block, geen goede artikelen etc) bij de uitvoering van een project (zoals bij mijn scriptie). Door de basisschool kan ik nog steeds, net als een cactus, een bepaalde periode met weinig input doorstaan. Ik weet nu echter dat er te allen tijde verschillende scenario’s bestaan, verschillende invullingen. Daar staat echter tegenover dat het onmogelijk is om een continue aaneenschakeling te hebben van aha-erlebnissen. Maar je kunt er wel voor zorgen dat je jezelf een bredere en diepere blootstelling geeft in je leven waardoor je vanuit verschillende hoeken deze aha-momenten kunt krijgen. Zoals bijvoorbeeld via de projecten/dromen/plannen.
Daarnaast probeer ik ook mijn eigen opvatting omtrent ‘mislukking’ en ‘onafgemaakt’ enigszins bij te stellen. Net als bijvoorbeeld mijn Russische taalcursus: was het een mislukking omdat ik het paar jaar geleden niet heb doorgezet? Of was het destijds gewoon nog niet de juiste tijd? Momenteel ervaar ik weer een nieuw enthousiasme om er mee aan de slag te gaan - is dat niet waar het uiteindelijk om gaat? Vandaar de parallelle dromenlijst met tijdslijnen, dat ik kan switchen tussen de verschillende projecten, ook om mijn eigen blik fris te houden en mijn levenservaring te laten interacteren met mijn dromen en plannen. Net als dat je lichaam soms aangeeft dat het behoefte heeft aan specifieke voeding (hetgeen kan duiden op bijvoorbeeld vitaminetekort dat aangevuld moet worden via dat specifieke voedsel), zo denk ik ook dat je geest zo van tijd tot tijd kan aangeven dat je op een bepaald vlak bij gevoed moet worden. Net als met voeding betekent dit niet dat je dus altijd bijvoorbeeld vis moet eten, maar juist dat je het afwisselt, dat je switcht tussen je projecten.